Herman BOETJE
Personalia
Geboren: 17 okt. 1846 te Knollendam
Overleden 13 aug. 1937 te Arnhem
Gehuwd met Alberdina Margarethe Dingemans; vijf kinderen, één zoon en vier dochters
Zoon van Gerrit Jochems Boetje ( - 1854), dg predikant te Woudsend en Knollendam
en i 1880 oor hij de laatste 30 jaar van zijn leven wat terzijde van het broederschapsleven heeft gestaan.e
Opleiding
Proponent: 1870
Ambtelijke loopbaan
Predikant te Appelscha 12 mrt. 1871 – 26 okt. 1873
Franeker 2 nov. 1873 – 9 mrt 1879
Hengelo 16 mrt. 1879 – 22 okt. 1911
Publicaties PiCarta tot 26 november 2008
Boeken
Gezangen ten gebruike in Doopsgezinde gemeenten / Brill / 1918
Dagon voor Jahve gevallen : leerrede over 1 Sam. 5: 1-12 / De Bussy / 191X
Bloemlezing uit de psalmen / Leiden / 1900
Leerrede over Filipp. 2: 12c, 13 / De Bussy / 190X
Circulaire aan de kerkeraden der doopsgezinde gemeenten in Nederland / z.p. / ca. 1879 (SK 2324)
Tafereelen uit het leven van Jezus / Vereeniging tot verspreiding van stichtelijcke blaadjes / 1875 (SK 5661)
Artikelen
Gemoedsstemming bij het einde des jaars. Leerrede over Psalm 145:13-21 / Doopsgezinde Bijdragen / 1900
4 Artikelen in de Zondagsbode
Bijzonderheden
Door de opkomst van de industrie in Hengelo vermeerderde ook het aantal doopsgezinden. Ds Boetje ging vriendschappelijk om met de fabrikanten maar bewaakte zijn onafhankelijkheid. Met medewerking van de fabrikanten stichtte hij het Algemeene Ziekenhuis. Jarenlang was hij ook leider van de zich steeds uitbreidende Ziekenzorg. In de broederschap is hij vooral bekend geworden door de samenstelling met ds J. Sepp van de zgn Leidschen Bundel, een liederenbundel. Ook was ds Boetje één der eerste bezoekleraren ten behoeve van de doopsgezinden in de verstrooiing.
Bron
M.E. I, p. 380
De Zondagsbode 50(1937), 22 en 29 augustus