
Wiebe Jans van DOUWEN
Personalia
Geboren: 13 april 1846 te Dokkum
Overleden: 20 augustus 1912 te ‘s-Gravenhage
Gehuwd met B. ten Oever met wie hij drie dochters kreeg.
PORTRET: Doopsgezind Jaarboekje 1922
Opleiding
Proponent: 1870
Ambtelijke loopbaan
Borne | 4 | jun | 1871 | - | 20 | sep | 1874 |
De Rijp | 27 | sep | 1874 | - | 9 | okt | 1887 |
Bolsward | 16 | okt | 1887 | - | 25 | sep | 1892 |
Almelo | 2 | okt | 1892 | - | 30 | sep | 1911 |
Publicaties Picarta tot 12 maart 2008
Boeken
- Verzoeking / s.n. / 1910
- De gemeente / s.n. / 1901
- Socinianen en Doopsgezinden : doopsgezinde historiën uit de jaren 1559-1626 / Van Doesburgh / 1898 2 identieke titels
- Mijne bezoekreis (mede-auteur F.C. Fleischer) / Utrecht / Commissie voor de Doopsgezinden in de Verstrooiing ca. 1898 (Geschriftjes ten behoeve van de doopsgezinden in de Verstrooiing, nr. 4)
- Doopsgezind ringleven; Rede ter gedachtenis van het 50-jarig bestaan der Zwolsche Vereeniging van Doopsgezinde Gemeenten, uitgesproken op 7 juli 1908… / Haarlem / Vereeniging ter behartiging van de godsdienstige belangen der doopsgezinden in de Verstrooiing ca. 1908 (Geschriftjes ten behoeve van de doopsgezinden in de Verstrooiing, nr. 27)
- De doopsgezinden in een woelig tijdperk / z.n./ z.j. Geschriftjes ten behoeve van de doopsgezinden in de Verstrooiing, nr. 5 (DDC)
Artikelen
- Een andere Menno / Doopsgezinde Bijdragen / 1884
- De rechtvaardiging van het voortbestaan onzer broederschap / Doopsgezinde Bijdragen / 1880
- De roeping onzer broederschap / Doopsgezinde Bijdragen /1884
- Een lastig broeder / Doopsgezinde Bijdragen / 1896
- De afscheiding van de Huiskoopers of Oude Vlamingen (1587) en die van de Janjacobsgezinden (1599). Met naschrift van de redacteur S. Cramer / Doopsgezinde Bijdragen / 1912
- Recensie van: Spinoza en zijn kring….. door K.O. Meinsma / Theologisch Tijdschrift / 1898 (SK 6842)
- Socinianen en doopsgezinden / Theologisch Tijdschrift /1898 (SK 6843)
- 5 Artikelen in de Zondagsbode
Overige bijzonderheden
- Ds Van Douwen was in zijn studententijd voorzitter van E.T.E.B.O.N. en feestredenaar bij de viering van het 16de lustrum.
- Van het bestuur van de Vereeniging voor de Doopsgezinden in de Verstrooiing is hij vele jaren een voortreffelijk lid geweest, van de Commissie voor de Geschriftjes uit het midden daarvan, de verdienstelijke secretaris.
- Ook heeft ds Van Douwen zich jaren beziggehouden met de vertaling in het Latijn van de “Levens van Oostersche heiligen der (christelijke) monophysitische secte”, welke door Joannes, bisschop van Efeze, in de 6e eeuw, in het Syrisch werden opgesteld.
- Van der Linden, de schrijver van het in memoriam-artikel 'Bij het portret van Wiebe Jan van Douwen', in het Doopsgezind Jaarboekje van 1922, concludeert “dat, zo Van Douwen in Leiden en onder een andere wetgeving had gestudeerd, zijn latere carrière op wetenschappelijk gebied voorspoediger zou zijn geweest” (p.25).
Bronnen
- M.E. II, p. 95-96
- De Zondagsbode 25 (1912), 25 augustus
- De Zondagsbode 25 (1912), 1 september
- Doopsgezind Jaarboekje 1922, p. 21-29 (met portret als frontispice)